De kerk als tweede verblijf

Laatst bijgewerkt: woensdag 11 november 2020 Gepubliceerd: woensdag 28 oktober 2020 Geschreven door Lode Caes

In de hoogmis van zondag 25 oktober in de kathedraal, werd Herman Allegaert, 86 jaar en rasechte Ieperling, terecht en meer dan verdiend gehuldigd. In naam van bisschop Lode Aerts werd hem het 'gulden ereteken van Sint-Donatianus' opgespeld voor maar liefst – je leest het goed – 80 jaar kerkdienst. Een leven lang heeft Herman zich in vele bedieningen en engagementen – in alle bescheidenheid – trouw ten dienste gesteld van de Kerk. Zo'n betrokkenheid spreekt op z'n minst van een diep en doorleefd geloof.

Herman komt uit een warm gezin. Het zal niemand verwonderen, dat hij zich toen al, als oudste van 10 kinderen, ook uitermate verantwoordelijk voelde. En wel door het goede voorbeeld te geven aan broers en zussen. De sfeer in 'De Kleine Winst', de grote kledingzaak van toen op de Markt was diep christelijk en praktiserend gelovig. Dagelijks naar de mis gaan, was nog een evidentie. Net als het gebed voor het eten en het avondgebed in de familiekring.

Apostel zijn in woord en daad

Reeds vrij jong, op zesjarige leeftijd, werd Herman uitgenodigd om aan te sluiten bij de plaatselijke kring van misdienaars. Er waren toen nog een pastoor-deken en twee medepastoors op de Sint-Maartensparochie. Concreet betekende dat iedere morgen drie missen en tijdens het weekend – vooral op zondag – vijf eucharistievieringen. Een grote groep misdienaars was gewoon een noodzaak. Hun taken in de liturgie waren ook talrijker, complexer en meer divers dan vandaag. Bovendien kwam er nog een flinke portie kerklatijn aan te pas. Van jongs af aan voelde Herman zich diep verbonden met de Kerk. Hij werd daarin aangemoedigd door zijn ouders en gemotiveerde leerkrachten. Zelfs in het middelbaar, tijdens zijn collegetijd, stond Herman steeds paraat. Hij was actief lid van K.S.A. (Katholieke Studenten Actie), een jeugdbeweging met hoge idealen – 'AVK-VVK' en 'Vlaanderen hernieuwen in Christus. Trouw aan Jezus Christus was de alles overheersende drijfveer. 'Apostel zijn in woord en daad', zoals hij het zich herinnert. Dat stond toen als vierde gebod van tien verwoord in de 'Wet van de Jongvlaming in de K.S.A.'. Een spiritualiteit die hem verder tekende en nog altijd eigen is.

  1. Hij leeft met Christus één, verbonden in genade.
  2. Hij wil Maria eren, als Koningin en Moeder (Foto).
  3. Hij is een kind van de Kerk, aan Paus en Bisschop trouw.
  4. Hij zal apostel zijn, door voorbeeld, woord en daad.
  5. Hij dient zijn volk en land, in liefde en sterke trouw.
  6. Hij is op school en thuis, in blijheid man van plicht.
  7. Hij ziet een broer in iedere kameraad.
  8. Hij blijft de waarheid en 't gegeven woord gestand.
  9. Hij buigt zijn wil in tucht voor God in elk gezag.
  10. Hij leeft voornaam en sober in Vlaamse ridderstijl.

Kijk dat is opa's kerk!

Later werd Herman volwassen misdienaar en kerkbediende in Sint-Maarten. Een gevuld en druk leven als handelaar én man van mooie en stijlvolle kleding, verhinderde hem niet in de zeventiger jaren, één van de eerste teamleden te worden bij deken Karel De Wilde, priesters Robert Demuynck en Robert Debels. Er was een goed draaiende parochieraad waar hij vele jaren de secretaris van was. De inspraak van leken begon dan druppelsgewijs in de kerkelijke structuren binnen te sijpelen. Heel wat activiteiten werden georganiseerd waarvan het pausbezoek in 1985 in Ieper van Johannes Paulus II wel het absolute hoogtepunt was. Herman spreekt vol lof over dit unieke, historische gebeuren.

"De evolutie van de inspraak van de leken in de kerk is een goede zaak", zegt Herman "maar de vrouw zou daarin nog een meer prominente rol moeten krijgen", vindt hij. "Laat waardevolle mannen en vrouwen maar meer verantwoordelijkheid krijgen en dat wij ook durven uitkomen voor ons geloof overal waar we in organisatie en verenigingen aanwezig mogen zijn." De Kerk is onlosmakelijk met zijn leven verbonden. Overal waar hij komt, verbinden ze hem er mee. En de kleinkinderen riepen vroeger "Kijk dat is opa's kerk!". Hij draagt de Kerk in zijn hart, "ook na alles wat er gebeurd is, blijf ik ze graag zien", zegt hij.

Het was een evidente vraag van deken Jaak Houwen in 2002 – het jaar dat het stoelgeld en de omhalingen voortaan in eurocenten werden verrekend – om Herman te vragen om de taken van een hulpkoster op zich te nemen. Deze taak heeft hij ononderbroken en tot op vandaag getrouw uitgevoerd. Deuren openen en sluiten, alles klaarzetten voor de vieringen, kaarsen aanvullen, toeristen en mensen te woord staan... Niets was hem teveel. Een heel aantal jaren samen met Magda Barbe en nu met Anita Piessens. Zo heeft Herman gediend onder vijf dekens, te beginnen met deken Verhaeghe, ... Dewilde, … Leroy, … Houwen en … Hemeryck.

De opleiding 'voorgaan in gebed' heeft Herman met veel inzet en toewijding gevolgd en dan ook heel wat gebedsmomenten als voorganger verzorgd. Herman prijkt in tal van fotoalbums van huwelijken en velen zijn Herman dan ook dankbaar voor de hulp bij een mooie, verzorgde dienst bij een uitvaart.

Made in Japan

In zijn hulde loofde Toon Breyne, als voorzitter van de kerkfabriek, de volhardende ijver van Herman. Hij vergeleek hem met groot respect, maar toch ook met een vleugje humor met een Japanner : "De Japanners zijn ook niet te groot, maar er zijn meerdere kenmerken die zij en Herman gemeen hebben. Een Japanner zegt steeds 'ja'. Hij kent geen 'neen'. En bij het 'ja' knikken, buigt hij steeds nederig het hoofd. Hebben jullie al eens Herman iets weten weigeren ? Wij niet. In zijn dienst aan de kerk hebben we nooit tevergeefs mogen beroep doen op de diensten van Herman. Op welk uur van de dag en welke periode in het jaar ook."... En ... "overal in Japan ontmoet je tempels en gedenkmonumenten waarin zij hun diep geloof uitdrukken. Ook voor Herman was het werk dat hij deed een uitdrukking van zijn diep geloof. Zo'n job voer je niet uit voor het groot gewin, hij is trouwens steeds blij geweest met een 'kleine winst',... of voor aanzien en prestige, maar voor Herman was dit de evidentie zelf om zijn diensten aan te bieden aan de kerk, de kerk met kleine letter maar evenzeer de Kerk met een hoofdletter."

Meeleven op het ritme van de dienstbaarheid

Met een dergelijke taak bezwaar je ook al diegenen, die mee moeten leven op het ritme van de dienstbaarheid. Wanneer Herman en Jeannine ergens op bezoek waren, waren de ogen van Herman na een zekere tijd enkel op het uur gericht … om op tijd de kerk te gaan sluiten en dan was voor Jeannine de pret ook voorbij. De last van het engagement van Herman werd eveneens mee gedragen door zijn lieve echtgenote, die evenzeer in de hulde werd betrokken. Zij noemde de kathedraal zijn 'tweede verblijf', wanneer hij wel eens langer weg bleef dan verhoopt. Herman wist een mooie schare familie rond zich te verzamelen. Een zegening waar hij zich dankbaar aan optrok. Ook een houding waaraan we ons mogen spiegelen.

Van harte proficiat en dankjewel!

Alles bij elkaar, net niet genoeg voor een zaligverklaring. En wellicht ook niet – bij gebrek aan een deurwaarder – voor een vermelding in het 'Guinness Book of Records'. Maar wat er juist onder komt – de hoogste erkenning van het bisdom – , is het gulden ereteken van Sint-Donatianus. Voor deze lange staat van dienst hadden ze er minstens twee mogen opsturen. Voor Jeanine was er een mooie ruiker bloemen.

In zijn slotwoordje, bedankte Herman zijn echtgenote en het thuisfront, de priesters, de diakens en alle denkbare andere kerkdienaars voor de fijne samenwerking en hij vergat ook niet de trouwe kerkgangers : "Dit is nog steeds de plaats waar ik graag kom om de Heer te ontmoeten. Maar ook om jullie allen hier aanwezig te zien, vooral nu in deze barre coronatijd om er de Heer te bidden om redding en hulp bij deze zware beproeving voor zovelen. Laten we door het standvastig bijwonen van eucharistievieringen en door ons gebed elkaar tot steun en bemoediging zijn. Mogen wij zo Jezus Christus en zijn Kerk trouw zijn en blijven ten einde toe. Dat wens ik jullie allen!"

En wij wensen dat jullie, Herman en Jeannine, samen nog gedurende vele jaren mogen genieten van een gezond leven, vrij van zorgen en van verplichtingen voor de kerk. Gelukkige jaren waren het maar er is een tijd dat je eervol afscheid moet kunnen nemen. Daarom net voor de winter is het passend je op je 86ste levensjaar uit te wuiven met een 'dankjewel en proficiat Herman!'. Dank voor alles wat je met geduld en volharding gedaan hebt in onze kerk. We hopen je nog vele jaren te ontmoeten en we onthouden – maar dat heb jezelf gezegd – 'In nood mag je altijd roepen.'

Hits: 7474