PASTORALE EENHEID: samen 'het deugddoende verschil maken'

Laatst bijgewerkt: maandag 30 augustus 2021 Gepubliceerd: donderdag 19 augustus 2021 Geschreven door Lode Caes

In het nieuwe werkjaar 2021-22 gaat het huidige Ieperse kerkverband – met zijn 14 kerken – officieel samen met de Federatie Langemark-Poelkapelle Sint-Paulus – met zijn 5 kerken – in een nieuwe ‘pastorale eenheid’ onder de naam Onze-Lieve-Vrouw van Vrede. Zo wordt als het ware de spiritualiteit van de befaamde ‘Vredeswakes’ verbonden met die van de ‘Vredesstad’ onder de brede mantel van Maria, de Moeder Gods, in één grote parochie. Meteen een serieuze uitdaging. Want hoe kunnen wij zo als geloofsgemeenschap mensen nabij zijn en een ‘deugddoend verschil’ neerzetten? De geschiedenis van de Kerk leert ons dat hoe dichter zij bij het Evangelie komt, hoe uitdagender haar opdracht in de samenleving wordt. Hoe kijken we als gelovige vandaag naar onze kerkgemeenschap? Vooral naar wat er niet meer is? Of kijken we samen naar de nieuwe mogelijkheden en grijpen de kansen die vandaag oplichten?

Stellen we ons daarom eerst en vooral bescheiden op als een ‘gemeenschap van leerlingen’ als volgelingen van Jezus. Wat is daar voor nodig? Hoe ging Hij tewerk?

Hij benaderde en verzamelde z'n leerlingen toen al in grotere en kleinere, open kringen. Tussen de buitenkring en de binnenkring laat Hij vele schakeringen toe. Soms handelt Hij als zaaier (verkondiging – catechese – het geloof leren), dan weer als herder (zorg – diaconie – elkaar in geloof dienen), of als gastheer (viering – liturgie – samen het geloof vieren). Als zaaier is hij helemaal niet kieskeurig maar kwistig en breed, als herder laat hij niemand verloren gaan, elk schaap telt, als gastheer laat hij zich ten diepste kennen in woord en daad. Jezus en zijn leerlingen zijn nabij, eenvoudig en sluiten niemand uit. Dat was hun meerwaarde en zo onderscheidden zij zich van hun omgeving.

Voor alles en voor allen

Uit het optreden van Jezus en zijn leerlingen zijn in navolging onze parochies geboren. Iedere parochie trachtte in het verleden er te zijnvoor alles (catechese, liturgie, diaconie) en voor allen’.

Toendertijd vond je in de gemeente, die in vele gevallen met de parochie samenviel, ter plaatse vaak ook al het andere om van te leven: werk, voedsel, kleding, allerlei benodigdheden, administratie, basisonderwijs, medische verzorging, een levenspartner en vertier ...). Alleen leven mensen vandaag niet meer in zo'n kleinschalige allesomvattende gemeenschap als vroeger. Door schaalvergroting verplaatsen de meeste mensen zich zowat dagelijks voor alles en nog wat in bredere kringen. Zo behoren ook onze dorpen al minstens veertig jaar tot één grote fusiegemeente. Jonge mensen weten zelfs van niet beter en malen er dan ook niet om. Die oude vertrouwde manier van samenleven hebben zij nooit gekend. Niettemin blijven ook zij net als de ouderen gehecht aan de plaats waar zij wonen, maar waar zij zelden nog werken, winkelen of uitgaan. Zo verlangen ook gelovigen ernaar om dichtbij huis in een vertrouwd kerkgebouw te kunnen vieren en bidden.

Het probleem daarbij is echter dat de gelovige praktijk zoals we ze vroeger kenden keldert. De zondagse groep in elke parochie vergrijst en slinkt zienderogen. Het lijkt er op dat het nog een kwestie van enkele jaren is voor die hoofdzakelijk praktiserende senioren nagenoeg verdwijnen. Niet elke inwoner is nog parochiaan of handelt er nog naar. Daaruit volgt ook dat het animo, de bereidheid, de bekwaamheid en de interesse om zich als geëngageerde gelovige in te zetten uitzonderlijk wordt. Het aantal medewerkers en beschikbare voorgangers neemt in hoog tempo af of vergrijst vlug. De geloofsoverdracht gebeurt ook niet meer vanzelf en heel wat diaconale initiatieven voltrekken zich niet meer binnen het traditionele kerkelijke circuit. De diocesane betrokkenheid, het opnemen van impulsen en het volgen van vorming en opleiding zijn er te dikwijls teveel aan. Zelfs waar dat nog niet helemaal het geval lijkt, kan dat met het wegvallen van enkele sleutelfiguren snel veranderen.

Een nieuwe aanpak

Het is duidelijk dat de parochies – zoals we ze vroeger kenden – het op hun eentje niet meer in hun volheid kunnen rooien. Daarom drong een nieuwe aanpak zich op. Zoals de meeste facetten van het dagelijkse leven zich nu afspelen op een dubbele schaal dorp – gemeente of stad moet ook de Kerk zich vandaag organiseren met een aantrekkelijk project die recht doet aan Christus’ zending van de Kerk.

Federaties van parochies brachten op dit vlak niet altijd echt soelaas maar schepten wel toenadering tussen medewerkers onderling en inzicht in mogelijkheden en potentieel. Die ervaring kan nu verder ingezet worden in de verdere vorming van onze vernieuwde pastorale eenheid. Bij ‘federaties’ ging het om een samenwerking van zelfstandige parochies, bij een ‘pastorale eenheid’ om een gemeenschappelijke werking van parochies die opgaan in een totaal nieuwe parochie met meerdere kernen. De uitdaging is om de beschikbare middelen en mensen gerichter in te zetten. Enerzijds om een nieuwe, volwaardige organisatie neer te zetten met een kwalitatief aanbod op het vlak van liturgie, catechese in de brede zin van het woord en de diaconie. Anderzijds om de Kerk ter plaatse toch dicht bij de mensen te houden.

Een pastorale eenheid is balanceren tussen eenheid en verscheidenheid.

Het gaat om zoveel meer dan centraliseren uit noodzaak. In het begin ging er erg veel aandacht en energie – en dat was ook nodig – naar het elkaar verenigen, verrijken en versterken. Nu zal het – ondanks de uitbreiding – er vooral op aankomen de verscheidenheid, alles wat ter plaatse waardevol is te blijven valoriseren. De resterende vieringen kunnen bijvoorbeeld in bredere kring zo nu en dan bijzonder verzorgd worden met de medewerking van een koor, een catechesemoment vooraf, eventueel gekoppeld aan een diaconale actie ter plaatse en een ontmoetingsmoment achteraf. De zich telkens vernieuwende gelegenheidskring van doopsel-eerste communie-vormsel = jonge-gezinnen-met-kinderen-op-school blijven vanuit pastoraal oogpunt erg belangrijk.

Gezamenlijk leiderschap

De verantwoordelijkheid voor die pastorale eenheid berust nu bij een ‘eenheidsteam’, dat het eigenlijke beleidsorgaan ervan vormt. Het neemt alle belangrijke opties, legt de prioriteiten en coördineert de activiteiten. Op gezette tijden een Open Beraad of bevraging daartoe organiseren naar de achterban is wenselijk. Het ziet verder ook toe op en integreert of steunt initiatieven die door de plaatselijke kernen of andere instanties (bv. de gemeente, woonzorgcentra, scholen, bewegingen) worden genomen. Een pastorale eenheid kan uit een verscheidenheid aan kernen of gemeenschappen bestaan: naast de klassieke parochiekernen, ook een kloostergemeenschap, de pastorale werking in een ziekenhuis of woonzorgcentrum, een kern van school- of jeugdpastoraal, een groep rond een devotiekapel …

Het team bestaat uit de vrijgestelden (aangestelde priesters, diakens en assistenten) en minimum vier, liefst meer, aangestelde leken. Zij doen dat niet om de belangen van een of andere parochiekern te verdedigen maar vanuit hun competentie op het vlak van liturgie, catechese, diaconie, administratie, financiën, media en communicatie. Toch is een minimale, gespreide vertegenwoordiging wenselijk voor een goede doorstroming naar de parochiekernen.

We kiezen dus voor een gezamenlijk leiderschap en een gedeelde verantwoordelijkheid, gebaseerd op de theologische verbondenheid van het gewijde priesterschap en het algemeen priesterschap van de gelovigen, ingesteld op het Tweede Vaticaans Concilie.

De leiding van het team berust bij de voorzitter, niet noodzakelijk een geestelijke. Ook niet-teamleden kunnen naargelang de agenda uitgenodigd worden op de teamvergadering.

In een pastorale eenheid worden de vroegere parochies parochiekernen, met elk een parochiaal contactpersoon en wenselijk ook een pastorale ploeg. Ze hebben een antenne-functie, kunnen inspelen op directe noden, zullen in overleg met de vrijgestelden – o.a. een contactpriester – het team of de werkgroepen initiatieven ontwikkelen en mede verantwoordelijk zijn voor een aantal specifieke taken en diensten nauw verbonden aan het leven van ter plaatse. De namen en contactgegevens van al deze personen vind je terug op deze website.

Kom, zie, vier en doe mee

Een ruim aandeel van de pastorale dienstverlening komt nog altijd onder de noemer van ‘service-pastoraal’: het ter beschikking staan van de gelovigen met hun persoonlijke vragen. Daar is niets mis mee en biedt telkens kansen tot geloofsverdieping. Maar het kan ook frustrerend zijn. Want hoe meer mensen steeds weer apart tegemoet gekomen worden, hoe dunner het weefsel van geloofsgemeenschap dreigt te worden. Christen-zijn doe je niet louter op je eentje. Juist het opbouwen en ervaren van een levende geloofsgemeenschap is voor de toekomst van de Kerk van levensbelang. Daar komt het 'deugddoend verschil' boven drijven.

En dat willen we door ‘samen-als-één-geloofsgemeenschap’ toekomstgericht te bouwen aan de Kerk in Ieper en in Langemark-Poelkapelle. Door de handen in elkaar te slaan kunnen wij een positief project neerzetten maar daarvoor hebben we ook jullie hulp nodig. Wij hebben denkers en doeners nodig. We hebben profeten en herders-met-een-kudde nodig. Durvers en dromers.

Concreet met teamleden en contactpersonen, met leden van kerkfabrieken en met mensen die zich inzetten voor het kerkgebouw, met leden van verenigingen die er de christelijke inspiratie brandend willen houden, met catechisten en acolieten, lectoren, met mensen die zich verder willen inzetten voor de zorg voor anderen. Voor de verkondiging van de blijde boodschap in woord en daad, voor het vieren beleven van ons geloof in liturgie en gebed, voor onze onderlinge communicatie. Samen kunnen we van dit project een succes maken en daarom nodigen we ook jou uit om er aan mee te werken. Jij die je al jaren lang engageert in de kerk van ... maar ook jij die je voelt aangesproken door die christelijke boodschap. Iedereen die dat wil is zeker welkom om om hier zijn of haar schouders onder te steken. Om het met de woorden van onze voorzitter van het pastorale eenheidsteam Hans Debel te zeggen:

“We weten misschien niet waar we zullen uitkomen maar we zijn er wel van overtuigd om samen die weg op te gaan.”

 

Hits: 4995