In de wieg gelegd - Zuster Antonia en haar zesmaandertjes

Laatst bijgewerkt: maandag 24 januari 2022 Gepubliceerd: dinsdag 28 december 2021 Geschreven door Lode Caes

Zuster Antonia – geboren in 1928 als Maria Volckaert – verblijft in de residentie Huize Wieltjesgracht in Ieper. We hadden vernomen dat ze samen met zuster Mieke Kerckhof uit Brugge, algemene overste van de Zusters van de Bermhertigheid Jesu, een bezoek had gebracht aan de tentoonstelling ‘In de wieg gelegd’ in Het Perron. Met Kerstmis in het verschiet zonden we Jozef Coulembier op pad om er het fijne van te weten...

En zo sta ik zaterdagmorgen 18 december rond 10.00 u. op de eerste verdieping voor de deur van kamer 1.16. Ik klamp nog even een voorbijkomende verzorgster aan met de vraag of ik zuster Antonia kan spreken en of ze wel thuis is. Ja, de zuster is zeker aanwezig want haar auto (!) staat er nog. Een klop op de deur en een vriendelijk dame maakt open. Ze is blijkbaar wat verbaasd over het vroege bezoek. Ik stel me voor en zeg dat ik even langskom met de groeten van diaken Lode namens Kerk&leven. Ik word vriendelijk uitgenodigd om binnen te komen. Zuster Antonia wijst me een stoel aan en neemt zelf plaats aan de andere kant van de tafel waar de krant nog open ligt.

Kerk & Leven: Beste zuster, je bent op je 93-ste nog zo goed bewaard. Hoe verklaar je dat?

Zuster Antonia: Ik heb heel mijn leven veel gewerkt en ben nog steeds actief bezig. Ik wandel veel en fietst nog en geniet volop van de natuur. Ik rijd zelfs nog met de wagen o.a. om in het Jan Ypermanziekenhuis de mis te volgen en met de communie op ziekenkamers rond te gaan. Ik ken veel mensen en heel wat kennen mij nog als ‘de zuster van het hospitaal en het moederhuis’.

Kerk & Leven: Kan je me wat vertellen over de periode dat je in de kraamkliniek werkte?

Zuster Antonia: Ik heb in Ieper vele gelukkige jaren gekend. Het was een goeie tijd en we hadden goed personeel. De kraamafdeling is anders dan een ziekenhuis.

Kerk & Leven: Sinds wanneer werkte je in de kraamkliniek in Ieper?

Zuster Antonia: Ik ben naar Ieper gekomen in 1951. Ik werkte vooral bij de prematuren. Ik heb er vele tweelingen, drielingen en enkele vierlingen mogen verzorgen. De meeste van die kindjes waren te vroeg geboren. Ze waren zo klein dat ze amper één kg wogen. Heel delicaat… zo’n tere schepseltjes. Komt erbij dat ik ook de moeders moest troosten die hun kindje niet bij zich in de kamer mochten hebben.

Kerk & Leven: Die prematuren, dat werd eigenlijk jouw specialiteit.

Zuster Antonia: Ja, ik moest de moeder vervangen en tegelijkertijd ook de medische opvolging doen. De kindjes constant in de gaten houden, hen tijdig verzorgen en laten drinken. Ja, die prematuurtjes… dat waren mijn ‘zesmaandertjes’.

Kerk & Leven: Niet gemakkelijk, die kindjes waren soms drie maanden te vroeg geboren! Hoe werden ze gevoed?

Zuster Antonia: Ja, bij die veel te vroeg geboren kindjes was er nog geen zuigreflex en dus moest de melk met een sonde via mond en keel worden toegediend. Daar was ik tegen want op die manier wordt de zuigreflex zeker niet gestimuleerd.

Kerk & Leven: Jij was tegen het toedienen van sonde-melk tegen het advies van de dokter. Maar wat was dan het alternatief?

Zuster Antonia: Het enige wat ik wou, was dat de kindjes zo snel mogelijk de zuigfles kregen. Maar dat was nu juist het probleem want voor die kleine mondjes was het speen te groot.

Kerk & Leven: Oei, en dan?

Zuster Antonia: Ik heb er toen, noodgedwongen iets op gevonden.

Kerk & Leven: Wat zuster Antonia mij vertelde, werd bevestigd door wat ik, later op de dag, op de tentoonstelling ‘In de wieg gelegd” zag. Op één van de infoborden stond deze tekst, die ook in de bijhorende brochure te vinden is:

“Een prematuur die goed dronk, had een goede kans op overleven, maar geen enkel speen paste op die kleine mondjes. Zuster Antonia kocht op de kermis kleine flesjes met een rood speentje gevuld met zoetigheid. Ze steriliseerde de flesjes en vulde ze met moedermelk. Die kleintjes overleefden dankzij de kermis en het lumineuze idee van zuster Antonia.” Kinderarts Herman Schotte (°1939)

Kerk & Leven: En zo is je naam voor eeuwig verbonden met die mini-zuigflesjes. Je hebt blijkbaar nog plezier met je vondst.

Zuster Antonia: Ja, het was een schone tijd. Ik heb veel mogen werken en veel gelukkige ouders gezien. Nu nog kom ik moeders, tegen die mij nog herinneren van toen ze aan het raam van de couveuse toekeken hoe ik hun tere schatjes opnam en verzorgde.

Kerk & Leven: Heb je enig idee hoeveel kinderen jij hebt zien geboren worden tijdens je lang verblijf in de kraamafdeling?

Zuster Antonia: Ik heb geen idee hoeveel kinderen er tijdens mijn loopbaan in de kraamkliniek geboren zijn, het zullen er zeer veel zijn geweest, en toch. Bij elke geboorte ervaren de kersverse mama en papa dit telkens weer als een ongelooflijke gebeurtenis. Het wonder van nieuw leven maakt mensen gelukkig en brengt gezinnen en families samen. Voor mij, en zeker ook voor vele ouders, een echte godservaring. Wat een ontzettend groot wonder is het toch. Hoe vanuit een paar cellen een mens groeit. In elk pasgeboren kind laat God ons steeds weer het wonder van het leven zien. Als je dan dit prachtkind mag aanschouwen met die mooie blauwe ogen, die je vol tederheid en liefde aankijken, dan vergeten we alle pijnen en zorgen die aan de geboorte vooraf gingen. Alles slaat over naar blijheid en dankbaarheid. Maar bovenal zien we hierin een spiegel van Gods aanwezigheid onder de mensen.

Kerk & Leven: Dank je wel zuster Antonia voor jouw mooie getuigenis. En nu nog een foto.

Hits: 2783