Agenda

Geen activiteiten gevonden

Mensen van hemel én aarde

Laatst bijgewerkt: maandag 30 mei 2022 Gepubliceerd: maandag 23 mei 2022 Geschreven door Lode Caes

Als je lukraak aan mensen zou vragen waar het op Hemelvaartsdag om gaat, dan is de kans groot dat je een van deze antwoorden te horen krijgt. Dat het de eerste dag is van een lang weekend. Misschien dat het een verhaal is dat veel weg heeft van een ballonvaart maar dan zonder ballon. Ofwel reageert men aarzelend dat het een kerkelijke hoogdag is. Maar hoe het dan juist zit met dat ‘ten hemel varen’, daarover houdt men zich ‘liever op de vlakte’.

Deze laatste groep bevindt zich in goed gezelschap. Want ook de evangelist Lucas lijkt het ogenschijnlijk allemaal niet zo goed te weten. Hij schrijft er over zowel in zijn evangelie als op het vervolg dat wij kennen als ‘de Handelingen van de Apostelen’. In dat evangelieverhaal – hoofdstuk 24 – lezen we dat Jezus, op de dag dat Hij verrezen is, eerst verscheen aan de twee leerlingen van Emmaüs, daarna aan alle leerlingen en aan het einde van die verschijning leidde Hij hen tot in de buurt van Bethanië, waar Hij ten hemel werd opgenomen. In zijn evangelie laat Lucas dus verrijzenis en hemelvaart op dezelfde dag plaatsvinden. Aan het begin van het boek Handelingen, situeert Hij de hemelvaart van Jezus 40 dagen ná Pasen. Op zijn minst vreemd. Maar er zijn nog meer vreemde dingen.

Volgens Lucas werd “Jezus ten aanschouwe van hen omhoog geheven, tot een wolk Hem aan hun ogen onttrok” (Handelingen 1,9). De leerlingen stonden er dus op te kijken. Als je getuige mag zijn van zo'n evenement, ben je daar wellicht zó van onder de indruk dat het voor eeuwig en drie dagen op je netvlies gebrand staat. Een gebeuren, dat je links en rechts, zeker binnen de eigen kring, in geuren en kleuren over zult vertellen. En toch lezen we daar bij de andere evangelisten niets over en ook niet bij Paulus en de andere briefschrijvers uit het Nieuwe Testament. Ze zeggen wel dat ‘Jezus is opgenomen in de heerlijkheid van God’ – dat hopen wij van onze dierbare overledenen ook – en dat hij 'zetelt aan zijn rechterhand'.

Maar hemelvaartverhalen zijn geen reportages, geen precieze beschrijvingen maar verhalen met een boodschap. Niet zozeer over hoe iemand de aarde heeft verlaten, maar vooral over hoe hij of zij op aarde heeft geleefd. Een hemelvaart wordt alleen maar verteld over mensen met zo'n hoogstaande levenswandel, dat de nabestaanden vinden dat aan al dat goeds niet zomaar een einde mocht komen. Door een banale dood die het lot is van elke gewone sterveling. In het Oude Testament bijvoorbeeld wordt de profeet Elia in een wagen, getrokken door vurige paarden naar de hemel gevoerd. Ook in oude Romeinse en Griekse geschriften staan verhalen over helden die ten hemel zijn gevaren: Alexander de Grote om er maar één te noemen.

Dit alles zet ons op het spoor van wat Lucas werkelijk bedoelde met zijn hemelvaartverhaal. Het is een aanschouwelijke voorstelling om zijn lezers duidelijk te maken hoe intiem de band wel was tussen de ‘aardse’ Jezus en zijn ‘hemelse’ Vader. De boodschap van de hemelvaart is een variatie op het Paasthema. Want wat is de verrijzenis anders dan dat God zijn hand uitsteekt en het leven van Jezus, over de dood heen, naar zich toehaalt.

In zijn evangelie geeft Lucas aan die link tussen Hemelvaart en Pasen een extra klemtoon door die twee gebeurtenissen op dezelfde dag te situeren. In zijn latere versie in de Handelingen van de Apostelen, valt die extra klemtoon op de eenheid van Pasen en Hemelvaart weg. Hij plaatst zijn verhaal vervolgens in de traditie van het in de Bijbel heilige getal 40: 40 jaar Israël in de woestijn, 40 vastendagen van de profeet Elia, 40 vastendagen van Jezus, en analoog 40 dagen tussen Pasen en Hemelvaart.

Lucas heeft zijn tweede hemelvaartversie nog op een ander punt bijgewerkt. In tegenstelling tot zijn evangelieversie voert hij in de Handelingen twee mannen in het wit ten tonele, die tot de leerlingen zeggen: “Jezus komt nog wel terug. Sta daar zo niet werkloos naar de hemel te staren.” Het heeft geen zin zich immers passief vast te klampen aan de wederkomst van Christus. Zo zijn christenen ertoe gebracht om actief te leren leven met de uitgestelde wederkomst. En in dat uitstel hebben ze rond zich gekeken. En wie rond zich kijkt, ziet welke reddeloosheid, welk leed, welk verdriet, welke onmacht er is onder de mensen. In dat uitstel zijn ze de liefdevolle zorg op zich gaan nemen van armen, van ongeletterden, van zieken, van kleine en kwetsbare mensen, van mensen zonder hoop en uitzicht. Vanuit de herinnering aan Jezus die hen daarin was voorgegaan, en vanuit de kracht van de Geest die Hij had toegezegd.

Rerum Novarum

Hemelvaart is het begin van een christendom dat vlees en bloed wordt in de wereld. Zo keek ook paus Leo XIII om zich heen. En terzelfder tijd figuren als priester Daens en enkele decennia later ook Jozef Cardijn. Hij zag het troosteloze en uitzichtloze lot van de arbeiders in de industriële samenleving. Uitgerekend op het feest van Hemelvaart in 1891, verscheen de encycliek Rerum Novarum, die het begin werd van de christelijke arbeidersbeweging. Vanuit Hemelvaart bekeken, had hij geen beter moment kunnen kiezen. Dit feest maakt ons tot mensen van de aarde. Maar dan wel met het onuitroeibare heimwee naar Pasen. Dat houdt het verlangen levendig naar Jezus' wederkomst. Een vervulling die niet in mensenhanden ligt, en die steeds wenkt aan de horizon.

Dit onblusbaar verlangen maakt ons, mensen van de aarde, meteen ook tot mensen van de hemel

Hits: 5577