LICHTMIS: geduldig geloven met Simeon en Hanna

Laatst bijgewerkt: zaterdag 12 februari 2022 Gepubliceerd: dinsdag 01 februari 2022 Geschreven door Lode Caes

Voor het tweede jaar op rij moeten we uit voorzorg, omwille van de coronapandemie, passen voor een traditie in nogal wat kerken in onze Pastorale Eenheid. Omstreeks 2 februari Het Feest van de Opdracht van de Heer of Maria-Lichtmis – worden de gezinnen, waar het voorbije jaar een kindje werd gedoopt, uitgenodigd voor een kinderzegening. Op die manier verruimen we het intieme familiale, karakter van een kinderdoop en vieren we gezamenlijk als geloofsgemeenschap ons Christen-zijn. Uitstel hoeft geen afstel te worden. In de zomer nemen we deze draad weer op. Nog even volharden want geduld loont, zeker als je blijft geloven. Dat leert ons dit feest! (Afbeelding:  ‘De zeven vreugden van Maria’ Onbekende Duitse Meester XVe eeuw')

Hiermee treden we als het ware in de voetsporen van Maria en Jozef, die – zoals de wet van Mozes het voorschrijft – met hun eerstgeboren zoon naar de tempel gaan om hem aan de Heer op te dragen. (Lucas 2, 22-35) Zo wordt er een verband gelegd tussen de pasgeboren mens en God. Want waar komt een mens echt vandaan en waar gaat hij naartoe? Maria en Jozef geven ons het antwoord op die vraag: ‘ons kindje komt van en gaat met God om uiteindelijk bij Hem terecht te komen’. Eigenlijk zeggen alle ouders dat die hun kind laten dopen.

Het is niet omdat de meeste jonge mensen doorgaans weinig kerkbetrokken leven, dat ze dan ook zomaar achteloos voorbijgaan aan kerkelijke tradities. Die geven immers een gevoel van veiligheid. De vertrouwde rituelen omhullen hen als een mantel die beschut. Ze doen hen vermoeden en ze vertrouwen er ook op dat het goed is hierin mee te gaan. Maar een houding van ‘Ach, doop nu maar, zegen nu maar, dan is het al lang goed’ is niet zonder gevaar, want de gestelde rituelen kunnen op de duur loskomen van hun diepere inhoud, waardoor hun werking verzwakt of verloren gaat.

In de voetsporen van Simeon en Hanna

Het kan ons allen aansporen om dan ook in de voetsporen van Simeon en Hanna te treden. Twee oude mensen, die wél hun hele leven naar de tempel of de kerk zijn gegaan. Elke dag hebben ze in woord en daad gezegd: het komt goed met ons. Maar hoe lang kunnen ‘wij’ daar in blijven geloven, hoe lang houden onze woorden, gebeden stand, hoe lang blijven sacramenten hun kracht voor ons behouden?

Ook Simeon en Hanna zaten met die vragen maar dan wordt alles opeens duidelijk. Want ze zien met eigen ogen wat het bestaansrecht is van al die rituelen en gebeden. Ze herkennen in dat kind een licht dat niet alleen voor Israël maar voor de hele wereld zal schijnen. Daar is het dus al die tijd – en ook nu nog – om te doen geweest. En daarom hebben ze ook volgehouden, omdat ze heilig geloofden in de vervulling van de belofte. Die vervulling was niet meteen een uiterlijk, groots spektakel met veel toeters en bellen, dat was enkel die onopvallende maar bijzondere aanwezigheid van een kind. Geloven helpt, het loont, tenminste zo was het bij Simeon en Hanna.

Geloven gaat verder

Geloven helpt, ook in het gewone leven. Met hoeveel geduld en doorzetting kunnen bijvoorbeeld sportlui en artiesten op het einde een schitterend resultaat neerzetten. Maar goed, als het dan af is, dan is het er en blijft het zo. Een schilderij kan jaren aan de muur hangen en de medaille of de beker staan gewoon te pronken in een glazen kast. En verder verandert er niets meer aan.

Maar wat Simeon en Hanna daar echter meemaken is pas het begin. Met hun gebeden hebben ze een belofte levend gehouden. Door te bidden zijn ze alert gebleven. Door te bidden leg je je niet bij de feiten neer, maar kijk je naar morgen, naar overmorgen, naar hoe het anders kan, beter, rechtvaardiger, liefdevoller. Ook als wij kunnen bidden, blijft ons verlangen levend. Hoe ver de vrede soms ook te zoeken is, hoe pijnlijk de ziekte kan zijn die ons of een ander treft, hoe teleurgesteld we soms kunnen zijn om wat mensen ons aandoen, door ons bidden blijven wij op onze hoede, blijven wij verder kijken dan alleen maar vandaag.

Simeon zei niet, dat het allemaal maar niets voorstelde. Dat alles minder en slechter wordt. Door zijn aanhoudend gebed, bleef hij zicht houden op de belofte van God dat alles goed komt en zijn volharding werd uiteindelijk beloond.

De wijsheid van de ouder worden

Maar het was ook wellicht de wijsheid van de ouderdom om God zelf, zoals Hij werkelijk is, te mogen zien in een kind. Heel klein en heel nabij. Machthebbers zien dat niet en druktemakers lopen er aan voorbij. Herders en wijzen kwamen nog op bezoek in de stal, maar Simeon werd dat kind zo maar in handen gelegd. De wijsheid van het wachten, geduldig te blijven. Gods plannen leren herkennen in alles wat nabij is, teder en kwetsbaar.

Simeon en Hanna zijn dan wel oude mensen, maar ze zijn niet verbitterd. Hun aanhoudend gebed was geen uitzichtloos ‘gebed zonder eind’, maar integendeel, het hield hen op de been met een verwachtingsvol licht in de ogen. Een licht dat zou blijven schijnen, zelfs als hun eigen levenslicht gedoofd zou zijn.

Hits: 5878