Kerstmis - Herder als God

Laatst bijgewerkt: maandag 20 december 2021 Gepubliceerd: zondag 19 december 2021 Geschreven door Lode Caes

Beeldt je het je eens in. Een klasje in de basisschool, de laatste week voor de kerstvakantie. Vijfentwintig kinderen zijn in de weer met een kerstspel. In ene de hoek maken ze een herberg en in de andere een stal. De verkleedkist staat wijd open. Het klaslokaal wordt omgetoverd tot een heus Bethlehem. En dan worden de rollen verdeeld…

Judith mag Maria zijn en Victor is de zwarte koning omdat zijn familie ook uit Afrika komt. En Pieter wordt net als vorig jaar Jozef, want hij houdt van timmeren. Van thuis heeft hij al een hele timmerkist meegenomen. Voor als dat nodig mocht zijn in de stal. Tim staat nog wat aan de kant : "Laat mij maar herder zijn", zegt hij zachtjes, je kan hem nauwelijks verstaan. Zo gaat het altijd : als iedereen al bezig is, moet Tim nog zijn plek zoeken. Bij het turnen, als de beurten al verdeeld zijn, is hij altijd de laatste. Hij mag wel meedoen, maar hij is niet echt nodig. "Laat mij maar herder zijn." Ja, wat doe je met het kerstverhaal als er geen herders zijn. Dan blijft die lieve, blijde tijding van de engelen hoog in de hemel hangen. Herders zijn aards en precies daarom zij zijn de helden van het verhaal. God haalt ze achter de schapen vandaan om het lam te zoeken, het Lam Gods, het kind van God. Zij mogen de eerst getuigen zijn van Jezus' geboorte.

"Laat mij maar herder zijn"

Waarom nu juist een herder ? Omdat een herder een echte oppasser is voor zijn schapen, ook 's nachts in het donker. Ja, jij mag herder zijn, zegt de meester. En je ziet hem denken : "In dit verhaal ben jij nu eens niet een keer de laatste, maar de eerste. De eerst in de lange rij die Jezus mogen zien. Maria, Jozef en het kind halen het beste in ons boven.

Herder was niet eens zo'n fijn beroep. Het waren vaak woeste en gevaarlijke jongens. Als je nergens werk kon vinden, of als je helemaal geen geld had en geen familie of vrienden, dan werd je maar herder. Ze vormden zo'n beetje het uitschot, de vermaledijde rest. Maandenlang moesten ze met hun kudde door de steppe trekken. En dat is eenzaam en spannend tegelijk. Want wolven en leeuwen konden de kudde bedreigen. Met een stok en een slinger waarmee je keihard stenen kon gooien, moesten herders hun kudde verdedigen. In het beste geval troffen ze 's avonds andere herders aan. Dan deelden ze een stal, een stenen omheining. En zelf ging zo'n herder dan in de deuropening liggen. Want zouden er rovers komen of wilde dieren, dan over zijn lijk. Althans zo deden de goede herders het.

En toch, in de bijbelse verhalen, zijn herders heel bijzonder. Dat was juist het vreemde. Veel vroeger waren eigenlijk alle joden herders geweest, nomaden in de woestijn. Abraham was de eerste rondzwervende herder. En ook de grote koning David is door God van achter zijn schapen gehaald. Daarom dacht men ook dat als God zal komen om zijn volk te bevrijden – als de Messias zou komen – hij dan geboren zou worden te midden van herders, te midden van precies die mensen voor wie de buitenwereld geen plaats had. En het geschiedde. We horen het, die herders, die nachtwakers, hadden het als eersten begrepen. "Kom, laten we naar Bethlehem gaan om te zien wat daar gebeurd is". En ze haastten zich erheen.

Het kerstverhaal is geen idylle, geen zoetsappige romantiek. Hoe liefelijk de kerststal er ook mag uitzien, een soort kinderboerderij met stro, met een os en een ezel, met schapen en herders.

Met dit kerstverhaal worden we weer eens goed wakker geschud. Want laat het duidelijk zijn : zoals Jezus tussen de herders is geboren, zo heeft hij ook zelf als herder geleefd. Hij begaf zich bij voorkeur naar mensen aan de rand. Mensen die men liever kwijt dan rijk is. Wanneer we straks elkaar dan een 'zalige kerst' toewensen dan wensen wij eigenlijk dat als herders.

Want als mensen elkaar gaan herderen wordt de blijde boodschap opnieuw waar. Als mensen op kritieke momenten anderen op de schouders nemen en elkaar terugbrengen en hun plaats laten innemen in gemeenschap, dan is het kerstverhaal geen spel meer en ook geen verleden tijd. Dan wordt het zicht- en tastbare waarheid in de wereld van nu. Dan wordt het meer dan vrolijk, een zalige Kerst voor iedereen. "Laten wij elkaars herder zijn", we wens het jullie allemaal toe.

Namens de vrijgestelden en de medewerkers, een zalig Kerstfeest.

Hits: 6040