Agenda

Geen activiteiten gevonden

ASWOENSDAG: boete en verzoening

Laatst bijgewerkt: maandag 15 maart 2021 Gepubliceerd: donderdag 11 februari 2021 Geschreven door Lode Caes

Keert tot Mij terug. Indringend klinkt deze roep van de Heer in de eerste lezing van Aswoensdag, een smeekbede bij de aanvang van de veertigdagentijd. En waarom? Waar zijn we dan wel, dat wij ons moeten omkeren en terugkeren? Waar speelt ons leven zich af? Het doet me denken aan die eerste vraag van God aan de mens: “Waar zijt gij?” Of met de gedurfde woorden van Sint-Bernardus van Clairvaux: “Wat een wonder: God op zoek naar de mens. En wat een waardigheid voor de mens: gezocht te worden door God! Dat is het allereerste!” Daarmee begint de veertigdagentijd: Keert terug tot de Heer uw God, want genadig is Hij en barmhartig, lankmoedig en vol liefde. 

Terugkeren is een werkwoord. Het wil ons in beweging zetten. Wij moeten opstaan en ons op weg begeven en dus ook iets verlaten, achterlaten. De vraag klonk al: waar zijn we dan? Ik probeer in te vullen: een land waar ons kleine ik in het centrum staat, een land van eigenliefde en zelfhandhaving. Als we eerlijk naar onszelf kijken, weten we dat dit bij herhaling onze woonplaats is. Soms bewust – ik trek mij terug op mijn eigen beveiligde plek, waar ik onaanraakbaar, onaanspreekbaar word, waar ik mezelf genoeg ben, soms onbewust – ik leef aan de oppervlakte, ik word geleefd. 

Daaruit worden we weggeroepen: Keert tot Mij terug met heel uw hart. Ja, heel ons hart, want door het bewonen van het land van onze zelfgenoegzaamheid, is ons hart verdeeld, worden wij dubbelhartig, krijgen we zelfs een hart van steen – afgesloten – zonder toegang. Die terugkeer herstelt en geneest zowel onze relatie meat God als met de medemens en onszelf. In ons christelijke taalgebruik is het woord ‘boete’ verbonden met de vastentijd. Boeten is herstellen, helen, bijeenbrengen wat uit elkaar ligt. 

Verzoening met God

Wat ik gewild heb

wat ik gedaan heb

wat mij gedaan werd

wat ik misdaan heb

wat ongezegd bleef

wat onverzoend bleef

wat niet gekend werd

wat ongebruikt bleef

wat vruchtbaar was

en tot bloei kwam.

Alles leg ik in Uw handen.

Dit is mijn liefde.

Hier ben ik.

(Huub Oosterhuis)

De veertigdagentijd is een tijd van meer bewust naar de Heer toe gaan. En waarom? Omdat Hij uitkijkt, uitziet naar ons, wacht op ons! Die beweging: Hij naar ons toe – en wij naar Hem toe. Hier ben ik, Heer. Ik ga naar God toe zoals ik ben. Huub Oosterhuis vult dat dichterlijk in: Wat ik gewild heb, … het hoort allemaal bij ons, het is zoals het is. Zo staan we voor Hem. Wat ongezegd bleef, ... ook ons menselijke tekort hoort bij ons en is zoals het is. Zo komen we naar Hem toe. Wat vruchtbaar was en tot bloei kwam: de uitbloei, de weelde, de vreugde, een glimlach, een streling, een goede daad, een aanraking van Godswege, ook dat is wat het is. Alles leg ik in Uw handen. Het ligt er gewoon – open, het ligt er voor Hem en ik geef het in Zijn handen. Ik laat het los, ik geef het vrij, ik vertrouw het toe. Vertrouwvol leg ik mij in Uw handen. Dit is mijn liefde.

In de biecht krijgt dit een sacramentele gestalte: de ontmoeting met de Levende aan wie we alles mogen toevertrouwen, alles afgeven en die ons met erbarmen omarmt. Het kan veel moeite kosten om tegenover een mens onze zonden te belijden. Het doorbreekt ons imago, onze zelfverzekerdheid en brengt ons tot rouwmoed. Toch wil ik wel benadrukken hoe belangrijk het is dat wij onze zonden uitspreken tegenover de biechtvader, een mens – zwak en zondig als wijzelf zijn, maar die daar als bemiddelaar zit, als doorvaart van Gods erbarmen.

Verzoening met de medemens

De mens is wezenlijk relatie – verbonden met anderen. Alleen door uit te gaan naar een ander komt een mens tot leven. Waarachtige identiteit is altijd relationeel. Zo is ook de zonde een relationele werkelijkheid. Paus Franciscus stelde het zo in een van zijn homilieën: “Voor mij is de zonde geen vlek die ik moet wegwassen. Wat ik moet doen is vergeving vragen en me verzoenen. Ik moet de relatie herstellen. Zonde is geblokkeerd zijn in onze relaties, als een muur die ons afsluit van de ander en ons opsluit in onszelf. Zonde is het omgekeerde van wederzijds vertrouwen. Zonde weigert te vertrouwen en sluit daardoor op in onze eigen wereld. In de relatie met de medemens hebben we evenzeer ‘boeten’ nodig, herstel!”

Ik wil hierbij de ‘aalmoes’ van de vergeving noemen. Wederzijdse vergeving is daadwerkelijk gemeenschap vormen. Uit ervaring weet ik dat dit geen makkelijke weg is. De weg van vergeven, zowel in geven als ontvangen, is ons afhankelijk opstellen. Wanneer ik vraag om vergeving moet ze via een ander naar mij toekomen. In een boekje over barmhartigheid vertelt Frans Van Steenbergen:

“In het Frans is het woordje voor geven ‘donner’ en voor vergeven ‘pardonner’.

Zo zou het woord ‘pardon’ – ‘par don’ letterlijk door de uitdrukking ‘door gave’ kunnen weergegeven worden. Het is een geschenk.”

Het volstaat niet dat ik mijn persoonlijke zonde aan God belijd. Ik moet het ook doen in het gelaat van de mens die ik gekrenkt heb en ik word gevraagd het te herstellen in de mate dat ik daartoe in staat ben. Vaak is het zo dat slechts de medemens die mijn daad ondergaan heeft door zijn vergeving de onontkoombare cirkel van het kwaad kan doorbreken. Die ketting heeft net de dynamiek om het kwaad te vermenigvuldigen door wraakneming, ressentiment, onverschilligheid, marginalisering en door een constante tendens om het negatieve te onderstrepen.

Het is uitsluitend via de medemens dat ik het kostbare goed kan ontvangen, dat ik zelf door mijn zonde heb miskend - namelijk de relatie. Zo leef ik afhankelijk van mijn gemeenschap. Wij zijn een gemeenschap van zondaars. Onze tekorten en zonden – hoe individueel ook – schaden de gemeenschap. Een vorm om daaraan uiting te geven is een gemeenschappelijke boeteviering, waarin we tegenover elkaar uitspreken waar we de gemeenschap geschaad hebben. Ook dat is een helend herstellen en een kans te groeien als mens en als gemeenschap.

Manu Van Hecke,

abt van de Sint-Sixtusabdij van Westvleteren

 

Er zijn momenteel voor de Pastorale Eenheid O.L.V. van Vrede Ieper – ondanks de huidige covid19-beperkingen – enkele mogelijkheden om het sacrament van boete en verzoening te ontvangen:

biechtgelegenheid in de Sint-Pieterskerk (elke eerste vrijdag van de maand van 17.00 tot 17.30 u.;

daarnaast op afspraak met een priester om het sacrament van boete en verzoening te vieren. 

Hits: 6745