Pasen, Hij leeft!

Laatst bijgewerkt: donderdag 23 april 2020 Gepubliceerd: zondag 12 april 2020 Geschreven door Lode Caes

 

In deze tijd, waar mensen meer dan anders van elkaar afhankelijk zijn, waar het ongeziene om de hoek loert en mensen kan treffen in hun gezondheid en hun bestaan, vieren wij Pasen, het feest van de verrijzenis.

Maria ziet de steen die voor het graf lag en is weggerold. Maar zij gelooft niet, ze geraakt in paniek, zoekt hulp en loopt naar Petrus en de door Jezus beminde leerling. Als deze – de traditie denkt dat het Johannes is – de zwachtels ziet liggen, deinst hij terug en blijft staan. Petrus gaat even later wel naar binnen, ziet de windsel en op een andere plek de netjes opgerolde zweetdoek. Wat een beeld! Wat betekent dit? De dood aan de kant geschoven. Ook Petrus ziet de tekenen, maar geloven doet hij niet. Alle drie zien ze de steen, de zwachtels en de zweetdoek maar dat leidde nog niet onmiddellijk tot geloof in de Levende.

Als wij dit verhaal horen, dan denken we: ‘Oh ja natuurlijk, Jezus is verrezen, ‘t is Pasen!’ Maar zeggen we dat niet te vlug, als een automatisme, omdat het ons is voorgezegd. Brengen de beelden in het verhaal ons wel echt tot geloof? Het geloof dat leven sterker is dan de dood. En dat de kracht van de Levende, van de Liefde zich door niets of niemand laat tegenhouden.

Als Maria de weggerolde steen ziet, denkt ze niet aan verrijzenis. Integendeel, ze denkt aan grafschennis. Ze hebben mijn lief vermoord en nu gunnen ze Hem zelfs geen rust in het graf. Veel verdriet … “Ze hebben de Heer uit het graf genomen en wij weten niet waar ze hem hebben neergelegd”.

Vele malen is de kruisafname en het wikkelen in doeken in de schilderkunst afgebeeld: de tedere handen, de droevige blikken, het verdriet, de liefde … De zwachtels in het verhaal doen ons ook denken aan mensen in rouw, die de kleding van hun overledene koesteren. Een jonge weduwe vertelde me eens dat ze de hele dag met de trui van haar overleden man rondliep. Ze hoopte hem in die trui dichter bij haar te hebben.

De door Jezus beminde leerling, die eerst terugschrok, gaat dan toch naar binnen en het dringt tot hem door dat Jezus, vermoord, echt dood is. Zo vergaat het de profeet, Gods geliefde. Hij moet eerst sterven om te leven. Langzaam dringt het door.

Maria en de leerlingen, de leiders van de jonge Kerk zien dezelfde fenomenen. Maar ze kwamen niet ogenblikkelijk tot geloof. Wij lijken meer op hen dan we denken en ook zij meer op ons dan wij ons realiseren.

Geloven in de verrijzenis is niet eenvoudig. Het is uiteindelijk een gave, een genade. Ook wij zien dezelfde dingen, maar voor de een zijn ze teken van geloof en voor de andere tekenen betekenen ze niets.

De paasklokken hebben nog steeds dezelfde toon. Ze roepen ons op, schudden ons wakker en ons hart gaat sneller kloppen. Het graf dat we bezoeken, de asurn waar we onze hand op leggen of vast nemen. Is dat een zwart gat en enkel stof? Of mag je zo nu en dan beleven hoezeer je met hem of haar verbonden bent. Hoe jouw dierbare in je leeft. Wat een genade elke keer opnieuw, als je mag zien en geloven.

Felix Timmermans drukt deze ervaring uit in zijn Emmaus-gedicht.

'Heer blijf bij ons, de zon gaat onder.'

Wij boden dan het avondbrood

den vreemden man, die langs de baan

met ons was meegegaan.

En wijl hij, 't zegenend de oogen sloot,

gebeurde het: Zijn aangezicht

verklaarde in een hemelsch licht,

waarin hij plotseling verdween

Dit was het wonder.

Wij stonden weer alleen,

doch vouwden blij onz' handen.

Het was alsof Hij door ons heen verdween

en ‘t licht in ons is blijven branden.

Blijf zoo in ons, o Heer, de zon gaat onder!

 

Ida Gerhardt beaamt het in de aanhef van haar Paas-gedicht:

Een diep verdriet dat ons is aangedaan

kan soms, na bittere tranen, onverwacht

gelenigd zijn.

Hits: 6786