Agenda

Geen activiteiten gevonden

De vasten als voorjaarsklassieker

Laatst bijgewerkt: donderdag 19 maart 2020 Gepubliceerd: donderdag 19 maart 2020 Geschreven door Lode Caes

Als koers religie is dan moet religie ook koers zijn. Gelegenheids-wielercommentator Mgr Koen Vanhoutte – hulpbisschop in het aartsbisdom Mechelen-Brussel, voorheen vicaris-generaal in ons bisdom – onthult ons hoe een christen zijn veertigdagentijd in tijden van corona-crisis, bij gebrek aan wedstrijdkoersen, toch als een voorjaarsklassieker kan rijden. Een beklijvende vastenbezinning!

Start

Op Aswoensdag stonden wij christenen samen aan de start van een belangrijke, sterke tijd in het kerkelijke jaar op weg naar Pasen. Daar werd ons helder voorgehouden waar we staan en wie we zijn. Misschien een beetje tot onze verrassing werd ook gezegd dat we onszelf niet moeten overschatten. “Gedenk o mens, je bent maar genomen uit het stof van de aarde en daar kom je terug”. Met een zeker realisme werden we daar op onze plaats gezet. Het is kwalijk om al te overmoedig en met al te grootse voornemens van start te gaan.

De inschrijving aan dit concours gebeurde lang geleden. Al van bij ons doopsel. Daar luidde het “Gedenk o mens, dat je in het zog van Jezus zelf ook een ‘welbemind’ kind van God bent”. Wellicht is het zwakke punt in de liturgie van Aswoensdag, dat we een beetje te eenzijdig op onze nietigheid gewezen worden en te weinig herinnerd worden aan de grote belofte waarmee we toen werden omkleed. Zo krijgen we naast een flinke portie realisme toch nog een perspectief aangeboden. We zijn geroepen tot een leven dat het stoffelijke ver overstijgt.

Het parcours

Dat is ons bekend. Het staat beschreven in de Bijbel: ‘Uittocht uit onvrijheid – Doortocht door de woestijn – Intocht in het beloofde land’. We rijden deze koers evenwel vandaag en daarom is het goed te beseffen wat we achter ons moeten laten. Waar zijn we slaaf van geweest? Wat belette ons vrij te ademen en echt te leven? We hopen aan te komen op een plaats en in een tijd waar we sterker op Jezus gaan gelijken. We spiegelen ons aan onze kopman.

Die veertigdaagse doortocht is als het ware een verdichting van ons eigen leven. De klus is niet meteen geklaard en vraagt tijd. Er wordt nogal wat geëist van ons om de overgang van oud naar nieuw te maken. Het is niet omdat Pasen elk jaar op de kalender passeert en liturgisch passend gevierd wordt dat het ons leven echt raakt. Kom ik daar over de streep als een bevrijde, verzoende en nieuwe mens? Dat is vooraf verre van zeker.

Het is ook niet toegelaten de zaken te forceren. We kunnen maar onze weg gaan en vertrouwen dat God ons onderweg nabij is en ons toestopt wat wij nodig hebben. Dat kan spreekwoordelijk een klein beetje ‘manna’ zijn. Aan onze beperkte energie voegt Hij zo nu en dan zijn Geest-kracht toe. We kunnen er alleen maar voor open staan en bidden.

Sportdirecteur

Als we een behoorlijk parcours willen rijden slaan we best de wijze raadgevingen van de sportdirecteur niet uit de wind. Hij ziet ons graag zoals we zijn maar Hij heeft ook oog voor ons potentieel en ziet ons ook graag anders worden omdat Hij in ons geloofd. Dat we kunnen doorgroeien in liefde tot God en onze medemensen. Dat we ‘de oude-mens-van-te-grijpen-om-te-hebben-en-te-houden’ kunnen inwisselen voor ‘de nieuwe-mens-van-breken-delen-en-geven’. Dat we ons ‘omkeren’ en ‘bekeren’.

Het is het aloude verhaal van Zacheüs de Tollenaar (Lc 19). Zijn bekering was allerminst zijn eigen verdienste. Enkele persoonlijke, rake, vriendelijke woorden van Jezus volstonden om in hem ‘een revolutie van tederheid’ te ontvlammen. Goedheid verandert mensen, geeft ze vleugels. Jezus roept ons daarom steeds weer op om Hem te vertrouwen en niet bang te zijn om onverdeeld goed te worden zoals hijzelf.

Ploegsport

In de Kerk is de veertigdagentijd geen puur individuele maar een ploegentijdrit. We hopen dat we elkaar als gemeenschap op die tocht steunen, vasthouden en dat we allemaal binnen de gestelde limiet aankomen. Des te meer in een tijd waar nog weinig animo is om zo’n koers te rijden. Dat kan door samen te bidden, elkaar vergeven, nieuwe kansen aanreiken, solidair te steunen, het geloof delen en uitwisselen.

In onze gemeenschap zijn mensen van allerlei slag. De sterken onder ons zorgen ervoor dat zij die wat meer moeite hebben toch weer kunnen aansluiten. We rijden elkaar niet in de vernieling maar in dienst van elkaar. We mogen dankbaar zijn om de elkaar afwisselende koptrekkers, die de koers zo nodig in een grotere versnelling trekken en anderen een tijd uit de wind houden. Op Witte Donderdag wordt dat liturgisch prachtig vorm gegeven in het ritueel van de voetwassing (Joh 13). Kunnen we dat echter ook in daden concreet maken?

Steeds in zijn voor nieuwe kansen. We zijn binnen onze gemeenschappen heel vaak pijnlijk verdeeld. Hoeveel ruzie toch tussen mensen die zich christen noemen. De geloofsgemeenschap wordt op papier geïdealiseerd tot en met. Maar wat proeven we ervan bij mekaar? Het zou mooi zijn met Pasen in het vooruitzicht – waar het enigszins kan – verzoenend naar elkaar toe te stappen (Mt 18). We worden misschien niet direct meer de dikste vrienden maar we gunnen elkaar toch nog het licht van de zon.

Valpartijen, blessures en doktersvoorschriften

Net als de renners in het peleton vallen ook wij meer dan ons lief is. Dat wordt al in de eerste bladzijden van de Bijbel aangekaart met de oude theologie van de zondeval. Het kwaad waar we soms aan toegeven, verzwakt onze verbondenheid met God en met elkaar. Daar komen kwetsuren van. Zonde staat voor ‘af-zonde-ren’. Onze ‘ik-zucht’ is sterker dan onszelf. We kunnen er niet onderuit.

Maar het goede nieuws is dat er dokters meerijden in de koers. De lezingen van Aswoensdag geven ons al een inkijk in hun EHBO-tas en voorschriften. Hoe we onze wonden kunnen verbinden, verzorgen en helen.

Ben je van God vervreemd, ga dan alvast in je binnenkamer en knoop weer aan met het gebed, doorbreek de afzondering. Mag ik weer je kind zijn? Ik heb je nodig, ik verlang naar je, ik wil weer met je leven. Heb je eerder het gevoel dat je valt door een overdreven gehechtheid aan de dingen van de wereld? Staar je je blind op alles wat blinkt en verleidt in deze consumptiemaatschappij? Ben je slaaf van jouw gemak, luxe en rechten, je voortdurende aanwezigheid, het middelpunt willen zijn in groep of op sociale media? Dan is de voorgeschreven behandeling het vasten. Dat laat je toe van te minderen, tot het besef te komen dat je veel van die zaken eigenlijk niet nodig hebt om de mens te zijn waartoe God je roept. We vallen ook wanneer we elkaar ontgoochelen, kwetsen, niet genoeg zorg dragen. Dan bieden aalmoezen soelaas, in allerlei vormen van solidariteit, van mededogen en betrokken zijn op elkaar. Dat zijn middelen om op te staan en verder te gaan. Wielrenners blijven nooit langer liggen dan nodig.

Trainen

Een goede trainer blijft zijn renners achtervolgen met goede raadgevingen en hamert steeds weer op enkele cruciale nagels opdat alles in balans zou blijven. De dingen die er werkelijk toe doen en die ons vooruithelpen om als christen open te bloeien. We vatten ze samen in de drie SSS-en. Het belang van ascese of soberheid (consuminderen), het belang van concentratie of stilte (onthaasten, cultuur van de innerlijkheid) en het belang van samenhang of solidariteit (broer-zusterlijk delen), met hart en handen meeleven met de armen (Lc 10).

Wisselende omstandigheden

Wedstrijden verlopen – en zeker in het voorjaar – nogal eens in onguur weer. Wij christenen rijden in deze tijd en cultuur met veel tegenwind. Dan kunnen we ten einde kracht er finaal de brui aan geven en onze fiets aan de kant gooien. We neigen meer dan vroeger om het op te geven. Waarom zouden we het ons nog aantrekken? Misschien houden we wel nog een tijdje de schijn hoog. We rijden enkel nog wat verder op automatische piloot. Maar de bezieling mankeert zichtbaar.

Als dat begint op te spelen, zoek dan hulp bij al wie kan helpen. Het komt er dan op aan om trouw te blijven aan onze keuze en die zoeken te vernieuwen. Niet opgeven. Trouw en hoopvol verder trappen zowel in bergritten als op vlakke wegen: bijbelse bergen (Tabor) en dalen.

Hoe ga je om met tegenkantingen of zware beproevingen? Naar Jezus opkijken die in alle omstandigheden goed blijft voor de mensen en zelfs in alle godverlatenheid het vertrouwen in de Vader niet verliest. ‘In uw handen beveel ik mij geest’. Dat is samengevat Goede Vrijdag. Het is verre van gemakkelijk. Het is ons ook nooit beloofd dat het gemakkelijk zou zijn. Dat we vlot over vlakke wegen zouden razen op elektrische fietsen.

Pers

We zijn het verleerd om aan de reporters ons wedervaren onderweg te verhalen. Leren vertellen over het traject dat we als christen gaan. Dat het ondanks alles de moeite blijft. We hebben nood aan getuigen in deze tijd. Nog een stap verder is de uitnodiging verwoorden om mee te fietsen in het geloof. Voor de toekomst van de Kerk zullen die mensen beslissend zijn. Mensen die kunnen, durven getuigen en uitnodigen.

Rustdag

In langere rittenkoersen zitten steevast een of meerdere rustdagen. Als we gaan voor die grote beweging naar Pasen, van vernieuwing in ons leven, is het belangrijk op gezette tijden tot rust te komen ... bij die barmhartige Vader. God die als een goede herder zoekt naar verloren, verdwaalde mensen, die ze optilt en draagt (Lc 15). In het vandaag miskende sacrament van de verzoening kunnen we even rusten op zijn schouders. Ook de verloren jongste zoon wordt gevonden en vreugdevol in de armen gesloten (Lc 15). Tot zijn verrassing wordt hij goed ontvangen. De oudste zoon die verongelijkt, nukkig en mopperend op post gebleven is krijgt dan weer van Hem te horen ‘kind van Mij’... ‘al het Mijne is ook van jou’ (Lc 15).

Bevoorrading

Zonder blijf je niet aan de gang. Christenen worden onderling sterker door ontmoeting en aanmoediging. Evident gebeurt dat in de eucharistie. Ook op onze dagen wat miskend en zelfs onder ‘misgangers’ of ‘mislezers’ niet genoeg naar waarde geschat. Dat is het uur waarop hart en ziel gevoed worden met ‘Woorden van Leven’, met ‘Brood mij gegeven’. Jezus zelf wil onze kracht zijn. Wat zou ik meer verwachten? Hijzelf aan mij gegeven en in de handen gelegd. Daar vloeit iets van Zijn leven in het onze.

De aankomst

In de paasnacht of -wake en Pasen zelf staan we hopelijk allemaal op het erepodium, getooid in de witte trui van ons doopkleed. Ongeacht geslacht, huidskleur en afkomst, gedoopt en met de nieuwe mens bekleed. We hernieuwen onze vroegere doopbeloften. Zo willen we ook de rest van het jaar in het leven staan. Mochten we dan maar een beetje kunnen zeggen dat we doorheen dat parcours en zonder franje inderdaad wat meer op Jezus gelijken. In onze manier van bidden, van goed zijn, kunnen medemensen dan iets van Zijn goedheid blijven ervaren. Dan mogen de champagneflessen worden ontkurkt en mag de vreugde ongeremd spuiten en vloeien.

Hits: 6518