JoomlaTemplates.me by HostMonster Reviews

God is een boemerang

Laatst bijgewerkt: vrijdag 22 april 2022 Gepubliceerd: zondag 23 september 2018

Op zondag 30 september wordt diaken Lode Caes (°1955) – tijdens de eucharistieviering in de kathedraal op het feest van de Pastorale Eenheid O.L.Vrouw van Vrede – hier officieel aangesteld als permanent diaken door bisschoppelijk vicaris Marc Steen. Sedert 1 juni vervoegde hij al de vrijgestelden en is als dusdanig ook lid van het pastoraal eenheidsteam. Hij assisteert de priesters in de vieringen waar hij de preekbeurten verzorgt en gaat als diaken ook zelfstandig voor in doopsels, huwelijken en uitvaarten, woord- en communiediensten. Hij doet de redactie van Kerk&leven, leidt de dooppastoraal in goede banen en ondersteunt verder de werkgroepen ‘Communicatie’, ‘Verkondiging en catechese’ en ‘Solidariteit en zorg voor mensen’. Op een dag vind je de job van je leven maar vaak gaat daar een lange weg aan vooraf. Halfweg mei verscheen zijn geloofs- en roepingsverhaal in het christelijke opinieblad Tertio. Maar we laten het hem zelf vertellen.

Opgegroeid in een echt katholiek nest liet ik het geloof meer dan eens los. Maar omgekeerd liet het geloof mij niet los en uiteindelijk gaf ik zelfs toe aan de roeping tot het diaconaat. Mijn vader runde in Roeselare een boekhandel, gespecialiseerd in religieuze boeken en zette zich voordien tijdens de veertiger en vijftiger jaren in voor de Katholieke Actie in het bisdom. Aan moederskant telde de familie een kanunnik en enkele jezuïeten en missionarissen. Ik heb als kind werkelijk alles meegekregen wat je maar als katholieke achtergrond kan meekrijgen. Dat was mijn habitat en eigenlijk voelde ik me daar zeer goed bij. 

Geloofsrebellie

De omwentelingen aan het einde van de zestiger jaren lieten zich ook gevoelen op het Klein Seminarie in Roeselare waar ik school liep. Met de jongere leerkrachten kwam een andere mentaliteit binnen en daar was ik erg gevoelig voor. Mijn grootste daad van geloofsrebellie was dat ik als laatstejaars tijdens de bedevaart naar Dadizele de eucharistie had gebrost. In de plaats daarvan ging ik met enkele klasgenoten op café. De studieprefect die ons betrapte, eiste een verklaring. ‘Ik geloof niet meer’, was mijn antwoord. Resultaat: twee uur strafstudie.

Aan de sociale hogeschool IPSOC in Kortrijk ging de wereld pas echt voor mij open, vooral in de filosofische en menswetenschappelijke vakken. Die waren erg confronterend. De argumenten tegen het geloof hadden een punt, vond ik. De enige reddings- of geloofsboei waar ik me aan vastklampte was toen de bevrijdingstheologie, dankzij haar sterk maatschappelijk engagement. Een studentenweekend met Toon Mondeleers, een Vlaamse jezuïet die in Chili had gewerkt tijdens de dictatuur van Pinochet, maakte grote indruk. 

Burn-out

Opgebrand na een al te actief, geëngageerd studentenleven stopte ik noodgedwongen mijn studies. Nu hebben ze daar een woord voor ‘burn-out’. Ik kwam toen ook tot het besluit dat het nu maar eens helemaal gedaan moest zijn met dat geloof. Ik deed er niets meer mee, het paste niet meer in het plaatje. Ik trok die stekker eruit maar het voelde niet goed, alsof ik niet meer ademde. Ik heb dat flinterdun grondlaagje van geloof verder dan toch maar ongemoeid gelaten. 

Genade op genade

Kort daarna volgde een uitnodiging voor een Taizé-reis. Het leek me een leuk uitje om op adem te komen en ik zegde toe. Het werd echter totaal anders dan ik verwachtte. Het werd een totale ommekeer. Eenmaal terug thuis hoopte ik gelijkgestemde zielen te vinden. Een vroegere medestudent van de sociale hogeschool bezorgde me een lijstje van mensen om te contacteren. De eerste die ik belde, was toevallig Rita. Ze werd later mijn vrouw. Eerst die uitnodiging voor de Taizé-reis, dan die namenlijst – het was genade op genade. 

Vaert wel en levet scone

We trouwden en kregen vier kinderen. Samen runden we hier in Ieper boekhandel Levet Scone. De zaak en het gezin vroegen al onze aandacht en het geloof verzeilde terug op de achtergrond. Zoals wel vaker gebeurt, vonden we terug aansluiting bij de Kerk via de kinderen, al vroeg dat de nodige tijd. Rita was niet vrij op de ouderavond voor de vormelingen, dus ging ik er maar heen. Een enthousiaste groep catechisten had gezorgd voor een vlotte aanpak en veel uitwisseling. Op hun directe vraag nadien of ik geen catechist wilde worden, ging ik toen liever – nog – niet in.

De vonk sloeg wel over toen de nieuwe medepastoor Hedwig Reyntjens – een heel authentieke priester met een achtergrond in de Focolarebeweging – kwam informeren of de moeder des huizes het parochiaal team niet wilde vervoegen. In die periode waren we zoekend bezig met yoga en macrobiotiek en antroposofie – zo divers dat het niet richtinggevend kon zijn. Ik had zelf ook wel zin om me te engageren. Ik werd dan toch catechist en mijn vrouw lid van het parochiaal, en later ook het vicariaal team. We raakten in die ook sterk betrokken bij de Vlaamse Karmel. Zo hebben we de Kerk ook van binnenuit leren kennen, niet als een kil of log, abstract instituut maar als een levende gemeenschap van gelovige mensen die vaak heel concreet liefde en zorg weten te delen.

Diakenroeping

Eind jaren negentig woonde Rita vanuit het plaatselijke team een kennismakingsavond met diakens bij. Na afloop opperde ze dat het misschien wel iets voor mij kon zijn. Toen ze me dat vertelde, lachte ik het weg. Maar de vraag had me tegen wil en dank erg aangegrepen en liet me niet meer los. Het was als een verliefdheid die je plots overvalt. Zo sterk was het. Een verkennend gesprek met de verantwoordelijke voor het diaconaat was een anticlimax: “Kom over een jaar nog eens terug”, zei die man. Het was een koude douche, maar wel nuttig. Ik kwam terug met de voeten op de grond en besliste na verloop van tijd die plannen maar op te bergen. Drie weken later echter kwam het verlangen heviger dan ooit terug. Uiteindelijk ben ik hier te Ieper gewijd in 2003. 

Augustinus

In de loop der jaren maakte ik kennis met de spiritualiteit van kerkvader Augustinus (354-430). De federatie in Zonnebeke, waar ik toen werkzaam als diaken was, werd naar hem vernoemd omdat er op dat grondgebied ooit een augustijnerabdij heeft gestaan. Van het een kwam het ander, en nu zetel ik zelfs in het bestuur van de Familia Augustiniana Nederland (FAN), een vereniging van lekengemeenschappen geïnspireerd door Augustinus en de augustijnen. Ik herken in Augustinus’ bekeringsgeschiedenis mijn levensverhaal. Ook mooi hoe hij de diaken ziet als een tussenpersoon die mensen met elkaar verbindt. Zijn passie voor het woord en Gods Woord, ligt me eveneens na aan het hart. En ja, een van zijn bekendste quotes ‘Veel te laat heb ik U liefgehad’, ook dat is erg herkenbaar.

Ik vergelijk God wel eens met een boemerang. Als je hem weggooit, komt hij toch steeds terug. In momenten van crisis bood Hij me soelaas, daarna gooide ik Hem weer weg. Maar op de duur groeide de zekerheid dat God er altijd is. Dat Hij ons bemint. Dat is voor mij ook de essentie van het geloof. Daar ben je op een gegeven moment geheel van doordrongen en die liefde ga je beantwoorden.

Hits: 9333